Urinediagnostiek

Verse ochtendurine, niet ouder dan drie uur, is te testen op storingen van diverse orgaanfuncties, een fascinerende methode. Men kan er een voortreffelijke diagnose mee stellen. De wijze van diagnosticeren heeft liever de voorkeur dan de gebruikelijke strookjestest. De consistentie van het strookjespapier reageert nogal gevoelig op droogte en vocht, dus op temperatuur. Dit kan invloed hebben op de stofjes van de teststrook. De uitslagen zijn daarvan niet altijd betrouwbaar, vooral wanneer de houdbaarheid van de einddatum is verstreken. De ‘vloeibare’ urinediagnostiek kent meer mogelijkheden; de daarin aanwezige chemische stoffen gaan veel langer mee. Moderne urinestrookjes bieden niet altijd de ideale mogelijkheden.

 

Tekstvak: Parameters ten bate van de vloeibare urinediagnostiek
een zwak gele ring is normaal;
een bruine ring: leverstoringen (urobiline is gele kleurstof, het urobilinogeen);
een groene ring: galstoringen (bilirubine, biliverdine);
een blauwe ring: darmstoringen en eiwitvervuiling (indicaan);
een kersenrode ring: darmstoringen (scatool);
een zwarte bruine ring: verdacht op precancerose (melanine)
een witte ring: nierproblematiek en eiwitten;
een violetring: ‘bence-jones’, dat wil zeggen een paraproteïnurie bij plasmocytoom;
een gebroken melkachtige ring: urinezuren;
een schuimend opbruisend kopje: carbonaten, wratten en koolzuurzouten;
een schuimkopje: blaas of niersteen;
een vlokkige of troebele urine: blaaslijden en fluor albus.

 

 

.  

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Opmerking

Bij waterachtige urine zijn de kleuren bleker. Een diagnose is moeilijker te stellen. Daarom neemt de arts/genezer hiervoor altijd het eerste ochtendplasje voor de bepaling van het soortelijk gewicht. Wanneer de kleuren in het reageerbuisje  niet meer herkenbaar zijn, wordt het stellen van een juiste diagnose moeilijk. Men laat de patiënt de dag ervoor wat minder vloeistof tot zich nemen.

 

Verdere uitleg

Bij een te sterke scatolurie wordt de ring bruinrood. Dit is moeilijk te onderscheiden van de bruine urobilinogene ring. Men heeft hiervoor een simpele truck bedacht:  Men laat in zo’n geval de urine wat langere tijd staan. De ring zal geleidelijk oplossen. Een lichtbruine kleur zien we bij urobilinogeen, een lichtrode verkleuring bij scatool. Een bruine zwarte ring is erg moeilijk te onderscheiden van de bruine urobilinogene ring en ook moeilijk van de intensief blauwe indicaan kleur. Een zwarte ring kan daarom als een vage aanduiding op melanine geïnterpreteerd worden. Een witte ring bij eiwit is duidelijk afgegrensd en laat op een zeer eenvoudige wijze zich onderscheiden van de gebroken melkachtige verkleuring bij urinezuren. De gevoeligheidsgraad van deze test op urobilinogeen is veel hoger dan bij teststrookjes. Bij de strookjes is de verkleuring nauwelijks merkbaar veranderd. Bij de vloeibare test is er een duidelijk bruine ring te zien. Op scatool regeert het eveneens gevoelig.

  

Tekstvak: De diagnose berust op een kleurreactie tussen de urine inhoudstof, dat vermengd wordt met salpeterzuur en dat een kleurachtige ring oproept. Aan de therapeut  is het om deze ring te interpreteren. Men kan er indicaan en scatool mee diagnosticeren. Bij bacteriële afbouw van darmeiwitten ontstaan stoffen zoals tryptofaan en indol. Deze twee opbouwproducten tonen als reactie de uiteindelijke uitkomst van afvalprocessen in de onderste laag van een reageerbuisje. Ze vormen een blauwe kleur, dat wijst op indicaan of een rode kleurring, dat met scatool te maken heeft. Scatool is een rottingsproces van eiwit afkomstig uit de ontlasting. Beide kleuren zijn een aanduiding voor een disbacterie of eventueel een mycose en ileus (darmsluiting). Vernauwing van de darmlumens leid tot een ileus. Meestal gebeurt dit door de ruimteopeisende processen van de darm, die leiden tot een stijging van scatoolprocessen. Als het lichaam eiwitten verliest, geeft het reageerbuisje aanwijzingen op plasmaproteïne. Na enkele minuten vormt zich aan de grensvlakte - tussen urine en het reageerbuisje - een ondoorzichtbaar wit schijfje. Dit is te zien als bewijs voor het pathologische eiwitgehalte van de urine. 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De galkleurstoffen bilirubine, urobiline, urobilinogeen en stercobiline zijn stofjes, die door afbraak van bloedkleurstof ontstaan. Bilirubine, dat in de urine vermeerderd aanwijsbaar is, is belemmerd indien het de galafvloeisel in de darm belemmert. De stof urobilinogeen is een darmbacterieel afbouwproduct van bilirubine. Deze wordt via de entero-hepatische circulatie weer terug naar de lever gebracht. Verhogingen van het urobilinogeengehalte in de urine zijn in zekere zin aanwijzingen voor een leverziekte en verstoringen van de terugtransport van darm naar lever. Bilirubine produceert in de onderlaag van het reageerbuisje een groene ring. Urobilinogeen daarentegen geeft een donkergele tot een bruine ring. Melanine levert een donkerbruin tot zwarte ring. Dat kan duiden op een goedaardig of een boosaardig tumorgezwel van huid of slijmhuid. De urinetest dient wel een poosje te hebben gestaan, alvorens interpretatie te kunnen geven. Melanine ringen vormt zich bij precancerose eerst later. Hoe donkerder de ring, des te voortgeschreden is de ziekte. Er is echter terughoudendheid bij de verbale interpretatie gewenst; dit overigens bij alle urinetesten. In het kader van de zorgvuldigheidplicht moeten meerdere conventionele wegen betreden worden om bevindingen te bevestigen. Bij plasmocytoom –  een neonplastische vermeerdering van plasmacellen in het beenmerg vallen de paraproteïnes aan. Daar vormt zich een violetachtige ring. Bij een te licht kleurige urine of te dunne urine zijn de kleuren vanzelfsprekend wat bleker. Dan kan men moeilijk een diagnose stellen, omdat de kleuren niet meer van elkaar zijn te onderscheiden. Om deze reden is het uitermate belangrijk nuchtere urine mee te laten nemen en de avond ervoor niet veel te drinken. Op deze wijze komt het specifieke gewicht van de urine optimaal tot haar recht.

©             www.natuurarts.info

<terug naar menu