Longkanker door roken

De meeste mensen trekken wit weg bij het roken van de eerste sigaret. Dit gaat dikwijls gepaard met zweten en misselijkheid, braakneigingen, hartkloppingen en zelfs diarree. In tabak dat gerookt wordt, zit een bepaald teer dat koolwaterstoffen bevat. Een daarvan is de beruchte hydrocarbum benzopyreen. Deze stof zet zich vast in de mondslijmvliezen en op de longwanden en het kan op den duur kanker veroorzaken. De tabaksplant behoort tot de duistere familie van de nachtschaden, waarvan het meeste giftig is. Er zitten in tabak zestien alkaloïden, waarvan nicotine als voornaamste. Het is één van de sterkste plantaardige vergiften, even giftig als blauwzuur. Het extract van drie sigaretten is al voldoende om er een mens mee te doden. De bloedvaten kunnen moeilijk tegen nicotine vanwege het sterke vergift. Het roken van één sigaret veroorzaakt een temperatuurdaling van de vingertoppen en voeten. Nicotine werkt zelfs door op de grotere bloedvaten. Via de hypofyse kan bloedvaatvernauwing in het gebied van hart en nieren optreden.

Elke sigaret betekent een kleine shokwerking voor het gehele organisme. Bij zware rokers kan duizendvoudige sommering hiervan aanleiding geven tot een sluipende chronische nicotinevergiftiging, waar men zich meestal pas van bewust wordt als de catastrofale eindtoestand is ingetreden. Maar dan is het al te laat!

 

Het menselijk lichaam is het teerste en meest waardevolste radarwerk in de hele wereld. Dit is vergelijkbaar met een duur horloge, waarvan het kastwerk wordt geopend en men doet er wat korrels zand in. Het systeem zal op den duur vastlopen. Rokers zijn gestopt, omdat ze veel te intelligent zijn om roet in hun lichaam te gooien. Eén op de acht rokers moet er rekening mee houden, dat hij ooit aan longkanker zal sterven. Roken maakt grote kans het fysieke leven in te korten. Ook op het platte land komt longkanker voor zoals in de steden. Dit wordt niet expliciet veroorzaakt door de verbrandingsgassen van dieselmotoren, ook van auto’s in de omliggende steden. Niet-rokers kunnen eveneens passieve meerokers zijn. Hun kansen aan longkanker te sterven is 1 op de 270. Het is niet verwonderlijk dat chronische prikkelingen het onophoudelijk ‘teren’ van de longen op zekere dag een kwetsuur veroorzaakt. Een longkankerpatiënt heeft gemiddeld nog een jaar te leve nadat de diagnose is gesteld. Ingrijpen heeft meestal geen baat meer. Longkanker is een sluipende ziekte en een vroegtijdige diagnose is moeilijk. De natuur heeft de mens voorzien van een waarschuwingsteken, dat door iedereen begrepen kan worden: de hoest.

<terug naar overzicht 

©             www.natuurarts.info