Het gelijkende met gelijkende genezen

Hahnemann ontdekte, dat ´een niet-stoffelijk geneesmiddel´ kan genezen, in zoverre dat overeenstemt met het gelijkbare ziektebeeld. De bron van de ziekte ligt in een niet stoffelijk gebied en Hahnemann noemde dat levenskracht. Niet het lichaam is de feitelijke drager van de ziekte, maar het is de kracht, die het lichaam heeft gevormd, want deze verzorgt en reguleert alle verstoringen. Levenskracht kan men niet zien, meten of aanraken, maar men herkent het aan de wijze van de manifestatie, die in het lichaam wordt achtergelaten.

 

Gewoonlijk wordt de werkzame levenskracht niet opgemerkt, zoals de functie van maag, lever en nieren eveneens niet bewust wordt ervaren. Komt het tot een ´ontstemming´ in het geestelijk gebied van een orgaan, dan wordt er vaak gezegd: ´Ik voel mijn maag, pijn of misselijkheid!´ en dan wordt pas bewust, wat voordien nog onbewust was. In de gangbare geneeskunde wordt men onderzocht met diagnostische apparatuur en vaak vindt men dan niets en is alles in orde hoewel de patiënt voelt, dat er toch iets niet in de haak is.

 

Later blijkt het dan een maagzweer te zijn. Het is niet de ziekte zelf maar het proces van haar ontstaan. Een lokale behandeling heeft dan geen nut, omdat de daarachter liggende storing niet overzien werd. De feitelijke kwaal moet echter gezocht worden in het ontstaan ervan. Een huiduitslag is geen ziekte maar een uiting van haar ontstaan. Zo kwam Hahnemann in contact met chronisch zieke mensen en hij had groot succes.

<terug naar menu

©           www.natuurarts.info