Met
betrekking tot de aanwezigheid van tuberculose, bevatten colloïden opmerkelijke
antigeenstoffen als ze worden gecombineerd met het bloed van de patiënt. Ze tonen aan dat tuberculose vandaag de dag
nog steeds voorkomt. Bij bijna alle patiënten die behandeld zijn geweest
met colloïdale middelen, treft men nog steeds de mycobacterium tuberculose
aan, met name de bovinus. Dit duidt erop, dat veel mensen nog steeds lijden aan
tuberculose met een mogelijk verband tussen de consumptie van grote
hoeveelheden koemelk en de frequentie van het ‘lekkende darm’–syndroom. Deze patiënten
zijn de dragers van de ‘mycobacterium tuberculose bovinus’-antilichamen. Zij
reageren met de primaire antigeenstoffen van de melk, wat leidt tot irritatie
en ontsteking van het darmslijmvlies en het ‘leaky gut’-syndroom tot gevolg
heeft. Ruim 80% van onze voeding bevat een bepaalde hoeveelheid koemelk.
Moderne artsen zijn jammer genoeg niet op de hoogte van dr. Spenglers ideeën.
Het
antigeeneffect wordt door het lichaam als een infectie beschouwd en daardoor
begint het lichaam antilichamen te vormen. Er ontstaat een actieve
immunisering. Door het inwrijven van de lysinestof gaan aanwezige micro-organismen
in ontbinding. (passieve immunisering). De antitoxinen neutraliseren de giffen,
die zich in het bloed bevinden. Dit is een kwestie van ontgiften en het geeft
een bloedreinigend effect. Men kan dit ook beschouwen als een passieve
immunisering. Proefondervindelijk is bewezen, dat colloïden een optimale
werking hebben met de homeopathische verdunning in D9.
Veel
onderzoekers hebben experimenten gedaan die duidelijk en onomstotelijk
aantonen, dat de colloïdentherapie werkt. Zo is dit ook met andere
homeopathische middelen het geval. Het is verder niet nodig nog meer wetenschappelijke uitleg te geven. Het
bovenstaande en het volgende bewijzen voldoende in laboratoriumonderzoek.
Degenen die met deze antigeen productstoffen werken, zullen bovendien snel
empirisch bewijs zien in de vorm van de uitzonderlijke resultaten. Praktisch
gesproken kunnen alle chronische kwalen met colloïden behandeld worden. Volgens
eigen ervaring geeft de therapie positieve resultaten van alle behandelde
gevallen (75%). Dit is niet verwonderlijk als men bedenkt dat colloïden
genezende krachten in het zieke lichaam in hoge mate activeren om genezing
mogelijk te maken. De therapie is eenvoudig uit te voeren. De bloedtest werkt met een druppel bloed en een paar druppels specifiek
gekozen colloïdenserum. Ze worden met elkaar vermengd. Zo worden de
antilichamen in de druppels bloed zichtbaar geactiveerd. Als de bloedcellen
gaan klonteren is dit geen goed teken. Het resultaat kan met het blote oog
(of met een loep) al worden waargenomen. De bloedtest wordt gebruikt om vast te
stellen, met welk colloïdproduct de patiënt behandeld moet worden. Ook is in de
donkerveldmicroscopie het een en ander wonderbaarlijk vastgesteld, namelijk
dat na enkele keren met inwrijven van colloïden, al na tien minuten positieve
veranderingen waren te zien in de structuur van de bloedcellen. Bij patiënten
kan men een aanmerkelijke verbetering constateren van het gehele bloedbeeld en
normalisering van hun bloedcellenstructuur. Regelmatig wordt er in Duitsland
(elk jaar) een Spenglersancongres gehouden, waar onderzoekers en behandelaars
hun resultaten en ervaringen bekendmaken en uitwisselen.
© www.natuurarts.info