Eten, een fundamenteel
iets
Eten is een fundamenteel iets. De eettafel is het centrum van het leven.
De Hebreeuwse benaming voor tafel is Sjoelcham
met de stam Sjalach en dat betekent ‘zenden’. Het Hebreeuwse woord voor vragen is ‘Sjaal’, dat
sterkt lijkt op ‘Sjeol’, de ‘Hades’
als onderwereld. Zo´n wereld is slechts vragen naar het kwade, naar
dingen die niet mogen. De eerste zonde van de mens was het eten van de ‘boom
der kennis van goed en kwaad’. De spijsvertering is een scheiden van het goede
dat opneemt en het slechte dat uitscheidt. De Hebreeuwse taal verandert nooit.
Het is hoogst interessant om te kijken naar bepaalde woorden in zinsverband en
de grondgedachte die daarachter schuilgaan.
We nemen het woord ‘eten’ met het Hebreeuwse
woord AkoL. Het Hebreeuws kent
in haar alfabet een structurele vorm. In ons geval zijn aan de letters K en L
cijferwaarden toegevoegd. De optelsom van Akol (eten) kent een bepaalde cijferwaarde. Als elk woord deelbaar is,
kan ‘AkoL’ nagenoeg ook
gesplitst worden in ‘A-KoL’. De
letter ‘A’ in het Hebreeuws
betekent ‘ik’ en ‘Kol’ staat voor ‘alles’, ‘helemaal’ of ‘totaal’. Het
gaat HELE-maal richting het eten’. In A-KoL
staat het ‘IK’ tegenover
‘alles’.
Een ander woord dat op ‘AkoL’ lijkt is het Nederlands voor ‘kolen’. We hebben wat
brandstof nodig voor de maag. Daarin vindt de vervulling van het ‘vol-komen’ zijn. Akol kan ook
geïnterpreteerd worden als: A = ik, KoL = alles of ’ik in alles’. Het woord ‘kol’ betekent verder ‘stem’. Men moet in
‘stemming’ zijn om te eten. Het eten moet een lust zijn voor de tong. Het woord
SMAAK in het Hebreeuws (Ta’am)
betekent hetzelfde als geluid of toon en het heeft een relatie met melodie.
© www.natuurarts.info